125+ tennistermen die je moet kennen!
Als je regelmatig naar wedstrijden op tv kijkt of zelf de tennissport beoefend, heb je tennis termen als ‘ace’, ‘breakpunt’ of ‘smash’ waarschijnlijk vaak voorbij horen komen. Maar zo zijn er nog meer begrippen binnen het tennis die geregeld gebruikt worden. Op deze pagina hebben we ruim 125 tennis termen voor je onder elkaar gezet. Lees dus snel verder.
Inhoud
ToggleTennistermen met letter A
Aanvalsbal | Een aanvallende slag, bij voorkeur diep en in de hoek, waarna het net wordt opgezocht om vervolgens het punt te winnen. |
Ace | Een opslag die zo hard en/of goed geplaatst is dat de tegenstander er niet meer bij kan. |
Approach | Engelse benaming voor aanvalsbal: Een aanvallende slag, bij voorkeur diep en in de hoek, waarna het net wordt opgezocht om vervolgens het punt te winnen. |
ATP | Afkorting van de Association of Tennis Professionals, de tennisbond van het herentennis. |
ATP 1000 | Een serie van tennistoernooien, waarbij de winnaar 1000 punten voor de wereldranglijst verdient. |
ATP 250 | Een serie van tennistoernooien, waarbij de winnaar 250 punten voor de wereldranglijst verdient. |
ATP 500 | Een serie van tennistoernooien, waarbij de winnaar 500 punten voor de wereldranglijst verdient. |
ATP Finals | Een toernooi aan het einde van het seizoen, waar alleen de beste mannelijke tennissers van het afgelopen kalenderjaar voor worden uitgenodigd. |
ATP Masters | Een andere benaming voor de ATP 1000-toernooien |
ATP Tour | Serie van tennistoernooien worden georganiseerd voor mannelijke tennissers. |
Australian Open | Het eerste Grand Slam toernooi van het seizoen. |
Tennis termen met letter B
Backhand | Een slag waarbij de rug van de speelhand naar voren wordt gehouden. |
Bagel | Een set die met 6-0 in games wordt gewonnen. |
Ballenkinderen | Jongens of meisjes die de ballen oprapen, vangen en gooien naar de spelers die bezig zijn met de wedstrijd. |
Baseline | De achterlijn die paralel loopt aan het net. |
Beslissend punt | Bij een stand van deuce beslist het volgende punt wie de game wint. Dit wordt meestal toegepast in het dubbelspel. |
Best of five | Een wedstrijd die maximaal uit vijf sets kan bestaan, waarbij de winnaar er drie moet winnen. Dit format wordt gebruikt bij Grand Slam toernooien. |
Best of three | Een wedstrijd die maximaal uit drie sets kan bestaan, waarbij de winnaar er twee moet winnen. |
Big point | Een belangrijk punt op een cruciaal moment in een wedstrijd. |
Billie Jean King Cup | Een landentoernooi voor vrouwelijke tennissers, waarbij de wedstrijden zowel uit enkel- als dubbelspel bestaan. |
Bracket | In het bracket wordt overzichtelijk weergeven hoe het toernooi zich van de eerste ronde t/m de finale gaat afspelen. |
Break | Er wordt gesproken van een break wanneer een game niet wordt gewonnen door de speler die aan service is. |
Breekpunt | De ontvangemde speler heeft nog één punt nodig om de game af te pakken van de speler die aan service is. |
Bye | Een speler is door naar de volgende ronde in een toernooi zonder te hoeven spelen. |
Tennistermen met letter C
Career Slam | Een speler die alle vier de Grand Slam toernooien in zijn of haar carriere wint. |
Center court | De belangrijkste baan van een tenniscomplex. |
Challenge | Een speler vraagt een challenge aan wanneer hij of zij het niet eens is met de beslissing van de lijn- of scheidsrechter. Het hawk eye systeem moet dan voor de beslissing zorgen. |
Challenger toernooien | Tennistoernooien voor spelers onder het ATP-niveau |
Championship point | Een speler heeft nog één punt nodig om een toernooi te winnen. |
Chip and charge | Een tactiek waarbij een speler na het slaan van een return direct doorgaat naar het net om een volley te spelen |
Cross | Het slaan van een diagonale bal. |
Tennis termen met letter D
Davis Cup | Een landentoernooi voor mannelijke tennissers, waarbij de wedstrijden zowel uit enkel- als dubbelspel bestaan. |
Deuce | De stand 40-40. |
Double bagel | Een wedstrijd die met 6-0 en 6-0 in games wordt gewonnen. |
Drive | Het slaan van een snelle bal vanaf de baseline. |
Dropshot | Een bal die heel kort over het net wordt geslagen in de hoop dat de tegenstander er niet meer bij kan. |
Dubbel | Een wedstrijd die bestaat uit twee teams van twee spelers. |
Dubbele fout | Wanneer zowel de eerste als tweede poging mislukt om de bal in het spel te brengen mislukt, wordt er gesproken van een dubbele fout. Het punt gaat dan verloren. |
Dubbelhandige backhand | Een backhand die met tweede handen wordt gespeeld. Een voorbeeld van een speler die een dubbelhandige backhand slaat is Novak Djokovic. |
Dubbelspel | Een wedstrijd waarbij twee teams, bestaande uit twee spelers van hetzelfde geslacht, het tegen elkaar opnemen. |
Tennistermen met letter E
Eerste service | De eerste poging om de bal in het spel te brengen. |
Enkel | Een wedstrijd tussen twee individuele spelers. |
Enkelhandige backhand | Een backhand die met één hand wordt gespeeld. Een voorbeeld van een speler die een enkelhandige backhand slaat is Roger Federer. |
Tennis termen met letter F
Forced error | Engelse benaming van gedwongen fout: Een bal die zo goed wordt geplaatst door een speler, dat de tegenstander niet anders kan dan het foutief terugslaan van de bal. |
Forehand | Een slag waarbij de palm van de speelhand naar voren wordt gehouden. |
Frame bal | Een bal die niet terug wordt geslagen met de snaren, maar met de omranding van het tennisracket. |
French Open | Roland Garros staat internationaal ook vaak bekend als het French Open. |
Future toernooien | Tennistoernooien voor spelers onder het Challenger niveau |
Tennistermen met letter G
Game | Een onderdeel van de set die bestaat uit minimaal vier gewonnen punten. |
Game point | Een speler heeft nog maar één punt nodig om de game te winnen. |
Gedwongen fout | Een bal die zo goed wordt geplaatst door een speler, dat de tegenstander niet anders kan dan het foutief terugslaan van de bal. |
Gemengd dubbelspel | Een wedstrijd waarbij twee teams, bestaande uit een man en een vrouw, het tegen elkaar opnemen. |
Geplaatste speler | Een speler heeft een geplaatste status wanneer deze bij de hoogst gerangschikte spelers van het toernooi hoort. Bij Grand Slams zijn er bijv. 32 geplaatste spelers. |
Golden set | Een set die wordt gewonnen zonder ook maar één punt te verkiezen. |
Golden Slam | Een speler die alle vier de Grand Slam toernooien in één kalenderjaar wint. |
Grand Slam | De vier belangrijkste tennistoernooien van het jaar: Australian Open, Roland Garros, Wimbledon en US Open. |
Gras | Type ondergrond, waar o.a. Wimbledon op gespeeld wordt. |
Gravel | Type ondergrond dat bestaat uit gemalen baksteen. Roland Garros is het belangrijkste toernooi dat op gravel wordt gespeeld. |
Grip | Het handvat van het tennisracket. |
Groundstroke | Een bal die diep wordt geslagen. |
Tennis termen met letter H
Half volley | Een bal die kort bij het net vlak na de stuit wordt geslagen |
Halfcourt | Halverwege het veld, rond de servicelijn. |
Happy Slam | Bijnaam van de Australian Open. |
Hardcourt | Type ondergrond, waar o.a. de Australian Open en US Open op wordt gespeeld |
Hawk eye | Een elektronisch systeem dat laat zien of een tennisbal in of uit is. Het hawk eye systeem wordt ingezet wanneer een speler een challenge aanvraagt. |
Tennistermen met letter I
Indoor | Toernooien die binnen worden gespeeld, vaak op hardcourt. |
Tennis termen met letter K
Kick service | Een wijze van opslaan die ervoor zorgt dat de bal extra hoog opspringt, nadat deze de grond raakt aan de kant van de tegestander. |
Kwalificatietoernooi | Een voortoernooi dat wordt gehouden voor spelers die niet rechtstreeks geplaatst zijn voor een hoofdtoernooi. |
Tennistermen met letter L
Lawn tennis | Tennissen op een gras ondergrond. |
Let | Een term die gebruikt wordt wanneer een punt overgespeeld moet worden. |
Lijnrechter | De lijnrechters beslissen tijdens de wedstrijd of een bal in of uit wordt gegeven. |
Lob | Een hoge bal die wordt geslagen om een tegenstander via de lucht te passeren. Deze slag wordt vaak toegepast wanneer de tegenstander bij het net staat. |
Love | Een ander woord voor een score die nul is, bijv. 40-love i.p.v. 40-0. |
Lucky loser | Een speler heeft verloren in de laatste kwalificatieronde, maar mag vanwege een afmelding toch deelnemen aan het hoofdtoernooi. |
Tennis termen met letter M
Matchpoint | Een speler heeft nog één punt nodig om een wedstrijd te winnen. |
Mini-break | Het verliezen van een punt op eigen service in een tiebreak of supertiebreak |
Moonball | Een slag waarbij de bal, vaak met topspin, steil omhoog wordt geslagen richting de baseline van de tegenstander. |
Tennistermen met letter N
Nadeel | Een speler komt op nadeel wanneer hij het punt verliest na deuce. Hiermee is de speler één punt verwijderd van het verliezen van een game. |
Net | Het geweven weefsel dat in het midden van het veld hangt en omhoog wordt gehouden door twee palen. |
Netband | De band die aan de bovenkant van het net is gemonteerd. |
Netpaal | De twee palen die het net omhoog houden. |
Niemandsland | Het gebied op het tennisveld tussen de servicelijn en baseline. |
Tennis termen met letter O
Ongedowngen fout | Een fout van een speler die voorkomen had kunnen worden. |
Open Era | De periode waarin tennis een professionele sport werd. Dit is na het jaartal 1968. Vaak wordt er gesproken over winnaars ‘in het Open Era’, wat dus betekent na 1968. |
Opgave | Bij een opgave wint een speler de wedstrijd, omdat de tegenstander niet in staat is om de wedstrijd uit te spelen. Bijv. door een blessure. |
Opslag | De eerste slag van een rally. De bal moet boven- of onderhands diagonaam in het servicevak van de tegenstander worden geslagen. |
Overgrip | Een dunne tape die over het handvat van een tennisracket wordt geplaatst. |
Overrule | Een correctie van de beslissing van een lijnrechter. Deze overrule wordt gedaan door de scheidsrechter. |
Tennistermen met letter P
Passeerbal | Een slag waarbij de bal langs de tegenstander die aan het net staat wordt geslagen. |
Passing shot | Engelse benaming voor passeerbal: Een slag waarbij de bal langs de tegenstander die aan het net staat wordt geslagen. |
Protected ranking |
Een beschermde status waar spelers gebruik van kunnen maken, nadat ze meer dan zes maanden geblesseerd zijn geweest. Deze PR is gebasseerd op de gemiddelde positie in de drie maanden voor de blessure. Dankzij de PR kan men voorrang krijgen in toegang voor toernooien.
|
Punt | De kleinste score na het winnen of verliezen van een rally. |
Tennis termen met letter Q
Qualifier | Een speler die zich via het kwalificatietoernoer heeft geplaatst voor het hoofdtoernooi. |
Tennistermen met letter R
Racket | Het voorwerp waarmee een bal wordt geslagen. |
Rally | De uitwisseling van slagen tussen twee spelers. |
Return | De bal die wordt teruggeslagen na het ontvangen van de service. |
Roland Garros | De tweede Grand Slam en belangrijkste graveltoernooi van het jaar. |
Tennis termen met letter S
Scheidsrechter | De scheidsrechter beslist of een bal in of uit is tijdens een tenniswedstrijd. De umpire wordt hierbij ondersteund door de lijnrechters. |
Seeded player | Engelse benaming voor geplaatste speler: Een speler heeft een geplaatste status wanneer deze bij de hoogst gerangschikte spelers van het toernooi hoort. Bij Grand Slams zijn er bijv. 32 geplaatste spelers. |
Service | Engelse benaming voor opslag: |
Service en volley | Een tactiek waarbij een speler na een service direct naar het net gaat om een volley te spelen |
Service winner | Het winnen van een punt na een opslag. Wanneer de bal niet wordt geraakt door de tegenstander gaat het zelfs om een ace. |
Servicevak | Het vak waar de bal na het slaan van een service eerst moet stuiteren. |
Setpoint | Een speler heeft nog maar één punt nodig om de set te winnen. |
Sheet | Het toernooischema waarin alle spelers onder elkaar staan. |
Single | Engelse benaming voor het enkelspel: Een wedstrijd tussen twee spelers. |
Slice | Een slag waarbij de bal met backspin wordt geraakt. Een slicebal blijft doorgaans laag bij de grond en vertraagt het spel. |
Smash | Een slag waarbij de bal met hoge snelheid boven het hoofd terug wordt geslagen richting het veld van de tegenstander. |
Snaren | Dit is de bespanning van het tennisracket, dat er voor zorgt dat je de bal kunt slaan. Nylon snaren zijn het meest voorkomend, maar dit is ook afhankelijk van het speltype dat je hebt. |
Special Exempt | Een speler die beloond wordt met een plaats in het hoofdtoernooi, terwijl deze aanvankelijk zou deelnemen aan het kwalificatietoernooi. Deze uitzonderingsregel wordt toegepast wanneer iemand goed heeft gepresteerd in de voorgaande week. |
Special Ranking | Een beschermde status waar spelers gebruik van kunnen maken, nadat ze meer dan zes maanden geblesseerd zijn geweest. Deze SR is gebasseerd op de gemiddelde positie in de drie maanden voor de blessure. Dankzij de SR kan men voorrang krijgen in toegang voor toernooien. |
Supertiebreak | Een tiebreak die wordt gespeeld tot de 10 punten en die beslissend is voor het winnen of verliezen van een wedstrijd. De supertiebreak wordt vaak toegepast in het dubbelspel. |
Tennistermen met letter T
Tenniselleboog | Een typische tennisblessure aan de elleboog die overbelast is. |
Tiebreak | Een tiebreak wordt gespeeld bij een stand van 6-6 in games. De speler die als eerste zeven punten wint, wint de set. Bij een stand van 6-6 in de tiebreak wordt er gespeeld om twee punten verschil. |
Topspin | Een slag waarbij de bal met voorwaartse rotatie wordt geraakt. Na het raken van de grond springt de bal hoger op dan normaal. |
Tramrails | Het gebied tussen de buitenste lijnen van het enkelspel- en dubbelspelveld. |
Tweede service | Wanneer de eerste opslag in het net of uit gaat, heeft een speler nog een tweede poging om de bal in het spel te brengen. |
Tweener | Een slag waarbij de bal tussen de benen door wordt teruggeslagen naar de andere kant van het veld. |
Tennis termen met letter U
Uit / out | Een bal die buiten het tennisveld beland. |
Umpire | Engelse benaming voor de scheidsrechter: De scheidsrechter beslist of een bal in of uit is tijdens een tenniswedstrijd. De umpire wordt hierbij ondersteund door de lijnrechters. |
Unforced error | Engelse benaming van een ongedwongen fout: Een fout van een speler die voorkomen had kunnen worden. |
US Open | De US Open Tennis is het vierde en tevens laatste Grand Slam toernooi van het jaar. |
Tennistermen met letter V
Voetfout | Een fout die gemaakt wordt tijdens de service, waarbij de speler de baseline raakt voordat de bal in het spel is gebracht. |
Volley | Het direct uit de lucht terugslaan van de bal, voordat deze de grond raakt. |
Voordeel | Een speler komt op voordeel wanneer hij het punt wint na deuce. Hiermee is de speler één punt verwijderd van het winnen van een game. |
Tennis termen met letter W
Walk over | Als een speler een walk over krijgt, wordt de wedstrijd gewonnen zonder te hoeven spelen. De tegenstander is dan niet in staat om een wedstrijd te spelen, bijv. door een blessure. |
Wildcard | Een toegangsticket van een speler voor een toernooi, waar hij of zij normaal niet voor in aanmerking komt. |
Wimbledon | Het derde Grand Slam toernooi van het jaar, dat tevens bekend staat als het meest prestigieuze toernooi ter wereld. |
Winner | Het winnen van een punt in een rally, waarbij de bal zo goed wordt geslagen dat de tegenstander er niet meer bij kan. |
WTA | Afkorting van de Women’s Tennis Association, de tennisbond van het vrouwentennis. |
WTA Finals | Een toernooi aan het einde van het seizoen, waar alleen de beste vrouwelijke tennissers van het afgelopen kalenderjaar voor worden uitgenodigd. |
WTA Tour | Serie van tennistoernooien worden georganiseerd voor vrouwelijke tennissers. |
Ken jij alle tennis termen?
We kunnen ons voorstellen dat het even heeft geduurd voordat je alle tennistermen hebt bekeken. De échte liefhebber zal de meeste termen al kennen. Geldt dit ook voor jou? Mochten er nog tennistermen ontbreken, dan horen we dit graag. Stuur een mail naar info@tennisfreakz.nl en we voegen de ontbrekende tennis termen graag toe aan deze pagina!